Als een soort Doppler-effect wordt het geluid steeds harder en naarder. Het duurt enkele seconden voordat ik realiseer dat het mijn wekker is die afgaat. Slaperig gaat mijn linkerhand richting de bron van het geluid. De vierde knop waar ik op druk heeft het gewenste effect en zorgt voor verlichting. Het is weer stil in de slaapkamer. Alhoewel ik meer dan genoeg tijd heb, stap ik direct uit bed.
Ik zet de waterkoker aan en ga met een bakje kwark achter mijn laptop zitten om te kijken waar ik precies moet zijn. Ik heb me enkele maanden geleden al ingeschreven voor deze veldrit. Het is mijn eerste, dus ik ben behoorlijk zenuwachtig. Dat het ook een regiokampioenschap blijkt te zijn doet de zenuwen nog wat meer toenemen.
Ik haal de transponder van mijn wegfiets en monteer deze met een kapot geknipte binnenband op de voorvork van mijn cyclocrosser. Deze binnenband zit redelijk strak, dus het kost enkele moeite voor het naar tevredenheid zit bevestigd. Door het zetten van mijn wekker heb ik echter genoeg tijd om ook rustig mijn kleding en wat voedsel bij elkaar te zoeken.
Na het eten van een bak pasta rijd ik op het geplande tijdstip met de fiets achterin de auto richting Dalen. De Grote Crosscast van Kop over Kop zorgt ervoor dat ik extra veel zin krijg in mijn eerste veldrit ooit. Het gekeuvel over bandenspanning en stuurtechniek zorgt er tegelijkertijd voor dat mijn wedstrijdzenuwen nog verder toenemen.
Als ik de parkeerplaats opdraai, kijk ik mijn ogen uit. Meerdere tentjes van Specialized staan uitgestald en meerdere renners rijden warm op een rollerbank. Ik zie renners met reservefietsen en familieleden die tijdens de wedstrijd in materiaalpost voor hen klaar zullen staan.
Ik had niet verwacht dat er een materiaalpost was en haal mijn oude Stevens met bel op het stuur uit de auto. Ik ben blij als de wielen er dermate recht inzitten dat de remmen niet aanlopen. Ik doe mijn hartslagmeter om en ga daarna richting de voetbalkantine om mijn rugnummer op te halen.
Zoals altijd zitten er alleraardigste vrouwen bij de inschrijfbalie. Mijn transponder blijkt het nog gewoon te doen, hetgeen voor een tijdelijk opluchting zorgt. Deze is echter snel verdwenen als ik ontdek dat er geen tijd meer is om het parcours te verkennen. Ik zal buiten het parcours moeten inrijden en neem me voor achterin te starten.
Na het inrijden haal ik de fietspomp van mijn frame en stop slechts een kleine bidon in een van de houders. Twee grote bidons lijken me wat overdreven.
Enkele minuten voor aanvang van de start rijd ik met de andere deelnemers rustig rondjes op het middenterrein. Iedereen lijkt ontspannen en elkaar te kennen. Ik ben vrijwel de enige met velgremmen. Vermoedelijk ben ik ook de enige zonder ervaring en de enige die het parcours niet heeft weten te verkennen. Ik ben dan ook blij wanneer ik door het opnoemen van de startnummers achteraan wordt gezet.
Nadat we zijn opgesteld kijk ik nog eens om me heen en valt het op dat ik de enige ben met een bidon. Sterker nog, ik ben de enige die überhaupt bidonhouders heeft. Ik overweeg de bidon nog in de berm te gooien, maar laat het er voor deze keer maar bij.
“Nog dertig seconden”, roept de man van de jury. Iedereen voor mij verwisselt de stang als zitplaats voor hun zadel. Ik volg het voorbeeld.
Mijn trappers staan goed. Het inklikken kan met SPD pedalen ook niet misgaan en ik heb een prima versnelling in de benen. Op dit eerste rechte stuk kan het in elk geval niet fout gaan. Wat er na de eerste bocht gebeurt zie ik dan wel weer.
Dan klinkt het startschot. Na een halve pedaalomwenteling ben ik ingeklikt en na een hele pedaalomwenteling ga ik uit het zadel om eens goed aan te zetten. Dit heeft als gevolg dat ik een onheilspellend geratel onder mijn vandaan hoor komen.
Als ik naar beneden kijk, zie ik dat mijn ketting niet meer om mijn voorblad ligt. Als ik naar voren kijk, zie ik het peloton bij me wegrijden en als ik weer naar beneden kijk zie ik dat ik niet eens meer een ketting heb. Ontdaan stap ik af en ontvang de vragende blikken van de toeschouwers.
Eén van hen wijst me op de plek waar mijn gebroken ketting ligt. Ik raap deze op en met gebogen hoofd loop ik het parcours af. De vragende blikken van de toeschouwers zijn getransformeerd in blikken van medelijden. Het kon op het eerste rechte stuk toch al fout gaan.
Op de terugweg naar huis onderdruk ik de behoefte om morgen direct een nieuwe cyclocrosser te kopen en zet melancholische muziek op. Bij thuiskomst stort ik mijn zelfmedelijden uit over mijn vrouw en voordat ze kan antwoorden stap ik op mijn Taxc om de frustratie weg te trappen.