“Geschokte onderzoeker: zijn peiling klopte wèl” valt er te lezen op de voorpagina van Trouw van vandaag. Het bijbehorend artikel verderop in de krant licht toe dat de hoogleraar uit Californië als een van de weinigen voorspelde dat Trump kon gaan winnen. Kon gaan winnen. Een weinig gewaagde uitspraak. Maar dat een onderzoeker geschokt is door de juistheid van zijn eigen voorspelling vertelt ons veel over de waarde van peilingen.
Peilingen hebben namelijk geen toegevoegde waarde voor de democratie en brengen het verkiezingssysteem zelfs schade toe.
Ten eerste is het erg ingewikkeld om te voorspellen hoe een volk gaat stemmen op een specifiek moment dat in de toekomst ligt. Deelnemers aan peilingen zijn geneigd om sociaal wenselijke antwoorden te geven en krijgen vaak een vergoeding voor hun deelname. Dit komt de betrouwbaarheid van de peiling niet ten goede. Daarbij heeft een stem tijdens een peiling een compleet andere lading dan een stem tijdens de daadwerkelijke verkiezingen. Deze twee situaties zijn niet met elkaar te vergelijken. Onderzoekers zelf lijken hiervan op de hoogte, maar door de grote media-aandacht worden peilingen telkens weer groter gemaakt dan ze zouden moeten zijn.
Ten tweede is het compleet irrelevant hoe de zetelverdeling zou zijn wanneer er op dit moment verkiezingen worden gehouden. De komende Tweede Kamerverkiezingen zijn op 15 maart 2017 en op die dag wordt de zetelverdeling voor de komende vier jaren vastgesteld. Tussentijdse peilingen zorgen er alleen maar voor dat politici in het partijbelang gaan handelen terwijl hun prioriteiten moeten liggen bij het landsbelang.
Tot slot is invloed die de peilingen hebben op het stemgedrag van de kiezers hetgeen dat peilingen echt verwerpelijk maakt. In 2012 was het politieke landschap redelijk verdeeld. Toen kort voor de verkiezingen in september enkele peilingen voorspelden dat de VVD en PvdA dicht bij elkaar lagen en de meeste stemmen zouden krijgen trad een self-fulfilling prophecy in werking. Mensen stemden extra vaak op de VVD dan wel PvdA om te realiseren dat een politieke partij uit het politieke spectrum van hun voorkeur de grootste zou worden. De nuance tussen partijen aan dezelfde kant van het politieke spectrum kwam deels te vervallen. De PvdA en VVD trokken daardoor veel stemmers weg bij de kleinere partijen. Dankzij de peilingen.
In Cyprus, Italië en Luxemburg is het verboden om respectievelijk zeven, vijftien en dertig dagen voor de verkiezingen peilingen te publiceren. Laten we dit voorbeeld in Nederland volgen. Een maand voor de verkiezingen geen peilingen meer. Om het helemaal mooi te maken zouden we de rest van de tijd de peilingen compleet moeten negeren. Wat een verademing zou dat zijn. Ik begin er nu alvast mee.