Bij gebrek aan concurrentie heeft Nemanja Gudelj een compleet seizoen op het middenveld van Ajax mogen voetballen. Zijn toegevoegde waarde was minimaal en met de komst van Hakim Ziyech verloor hij terecht zijn basisplaats. Dit beviel hem allerminst. Twee maanden geleden gaf Gudelj aan het mentaal niet meer te kunnen opbrengen op de reservebank plaats te nemen. Vandaag werd zijn transfer naar het Chinese Tianjin Teda afgerond.
En dat is jammer, want hiermee heeft Ajax een kans laten liggen om karakter te tonen. Het gros van de fans lijkt blij te zijn dat deze rotte appel de club heeft verlaten. En op zich hebben ze een punt. Hij verdient naar Ajax normen veel geld en heeft voetballend bedroevend weinig gebracht. Voeg daar werkweigering aan toe en je kunt op zijn zachts gezegd niet spreken van een ideale werknemer.
Werkweigering levert een financieel aantrekkelijk transfer op
Toch krijgt Gudelj juist precies wat hij wil. Door zijn verwerpelijke instelling verdient hij een transfer naar een met geld smijtende Chinese club waar hij naar verluidt vijf miljoen euro per jaar gaat verdienen. Hiermee geeft Ajax een compleet verkeerd signaal af. Net als dat je een klein kind geen lolly moet geven omdat hij niet wil stoppen met huilen, moet je een voetballer geen transfer geven omdat hij weigert te voetballen.
Maar goed, opvoeden schijnt nogal ingewikkeld te zijn. En dat ervaart Overmars blijkbaar ook. Het enige wat hij hoefde te doen was consequent zijn. Overmars had heel droog tegen Gudelj moeten zeggen dat hij begreep dat het een mooie transfer zou zijn, maar dat hij het mentaal niet meer kon opbrengen om zich bezig te houden met die transfer. Dat Gudelj lekker zijn tot 2020 doorlopende contract mocht uitdienen bij Jong Ajax. Ik ben benieuwd of Gudelj dat mentaal had kunnen opbrengen.
Het imago van Ajax heeft met de verkoop van Gudelj een deuk opgelopen
Het mislopen van de transfersom en het doorbetalen van het salaris had Ajax voor lief moeten nemen. Deze kosten, ongeveer tien miljoen euro, zijn de prijs van het behouden van de eigenwaarde van de club. Principieel zijn is een groot goed. Dan maar iets minder geld op de bankrekening. Het gaat om het imago van een grootse club. Dat gooi je niet zo maar te grabbel.